Gefinancierde rechtsbijstand in huurzaken

Graag brengen wij een uitspraak onder uw aandacht die (met name) voor advocaten die werken binnen het stelsel van de gefinancierde rechtsbijstand relevant is.
Op 16 maart jongstleden heeft de rechtbank Amsterdam een uitspraak gedaan die van essentiële betekenis kan zijn voor advocaten die binnen het stelsel van de gefinancierde rechtsbijstand werken. Het betreft een huurrechtzaak die complex was en waarvoor bij de Raad voor Rechtsbijstand een verzoek was ingediend om vergoeding van extra uren. Standaard worden deze verzoeken door de Raad voor Rechtsbijstand in huurrechtzaken afgewezen. Na een eveneens afgewezen bezwaar is de advocaat in beroep gegaan en dat heeft geleid tot een vernietiging van het besluit van de Raad voor Rechtsbijstand. Tevens is een proceskostenvergoeding toegekend, wat eveneens vaak achterwege wordt gelaten bij procedures tegen de Raad voor Rechtsbijstand.
De rechter verwijst onder meer naar het rapport Andere Tijden van de Commissie Van der Meer die in 2017 al heeft vastgesteld dat de vergoedingen voor huurzaken in het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand te laag zijn. Hoewel de Raad voor Rechtsbijstand tegen deze uitspraak in beroep kan gaan bij de Raad van State, is deze uitspraak voorlopig een steuntje in de rug voor advocaten die overwegen in een bewerkelijke zaak een verzoek om toekenning van extra uren in te dienen.

Met dank aan Theo Gardenbroek die deze uitspraak onder onze aandacht heeft gebracht.

 

Aanvulling 29 april 2021: Zoals te verwachten viel heeft de Raad voor Rechtsbijstand bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 16 maart 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:1127 over de weigering van extra uren in een huurzaak.